Tips voor landbouwers met derogatie.

De landbouwers die derogatie toepassen, moeten zich aan strikte voorwaarden houden. Uit de administratieve controles en terreincontroles van de Mestbank blijkt dat het soms fout loopt. Hieronder vindt u een overzicht van de meest gemaakte fouten en de nodige tips om ze in de toekomst te vermijden.

De landbouwers die dit jaar derogatie willen toepassen, moesten bij de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) tijdig een derogatieaanvraag indienen én op de verzamelaanvraag van het Agentschap voor Landbouw en Visserij (ALV) aanduiden op welke percelen ze derogatie willen toepassen. Die verzamelaanvraag moesten ze ten laatste op 21 april indienen om derogatie te mogen toepassen. De landbouwers die effectief derogatie krijgen, moeten zich aan de derogatievoorwaarden houden.

Opmaak bemestingsplan en –register
Nog al te vaak stelt de Mestbank vast dat het bemestingsplan en -register niet in orde is bij derogatiebedrijven. De landbouwer moet ervoor zorgen dat zowel zijn bemestingsplan als –register in orde is. Beide documenten moeten op het bedrijf aanwezig zijn en moeten voldoen aan deze twee eisen:
• Alle percelen moeten in beide documenten opgenomen zijn. Dus ook de percelen waarop de landbouwer geen derogatie toepast en de percelen die hij niet bemest moeten erin opgenomen worden.
• De landbouwer mag percelen enkel groeperen als het gaat om percelen met hetzelfde gewas, een homogeen bodemtype, hetzelfde type kwetsbaar gebied en dezelfde bemesting.
De landbouwers kunnen hulp krijgen van de dienst Bedrijfsadvies van de VLM bij de opmaak van hun bemestingsplan en –register.

Teeltwijzigingen of aanpassing percelen
De landbouwer moet elke teeltwijziging doorgeven aan het ALV door zijn verzamelaanvraag aan te passen. Ook de aanpassing van een perceel moet hij doorgeven aan het ALV, door op het e-loket van het ALV de juiste tools te gebruiken voor het splitsen en samenvoegen van percelen met derogatie. Als hij teeltwijzigingen doet, moet hij die wijzigingen ook correct verwerken in het bemestingsplan en het bemestingsregister. Als hij gewerkt heeft met perceelsgroepen moet hij ook die aanpassen.

Als de landbouwer zijn verzamelaanvraag tijdig heeft ingestuurd, kan hij de percelen waarop hij dit jaar derogatie toepast nog wijzigen tot en met 31 mei 2013. Ook voor het afmelden van derogatie (uitvinken) heeft hij tijd tot en met 31 mei. Als hij voor 31 mei percelen met derogatie verwijdert, valt de derogatie voor dat perceel weg. Na die datum kan hij de aanduiding van de derogatiepercelen niet meer aanpassen.

Teeltcombinatie gras/snijrogge – maïs
Voor de teeltcombinaties gras/snijrogge – maïs is het noodzakelijk dat er een snede gras gemaaid en afgevoerd wordt of dat de snijrogge geoogst en afgevoerd wordt voor het inzaaien van de maïs. Om dit jaar derogatie te kunnen toepassen, moest het gras ten laatste ingezaaid zijn op 30 november 2012. Het gras mocht niet gemaaid worden voor 1 april 2013 en de snijrogge mocht niet geoogst worden voor 15 maart 2013.

Door de uitzonderlijke weersomstandigheden in het voorjaar van 2013 is het gras niet overal voldoende opgekomen om er een snede van te maaien en af te voeren. Als het gras niet opkomt en er geen snede kan afgevoerd worden, is er geen stikstof aan de bodem onttrokken. Op die percelen is het dan ook niet mogelijk om derogatie toe te passen.

Als de landbouwer niet in de mogelijkheid is geweest om voor het inzaaien van de maïs een snede gras of snijrogge af te voeren, moet hij de aangevraagde derogatie voor dat perceel schrappen bij het ALV (uitvinken).

Bij de landbouwers bij wie het gras niet opgekomen is in het voorjaar, wordt die teelt niet als volwaardige teelt beschouwd. De landbouwer moet die dan ook verwijderen uit de verzamelaanvraag als voorteelt.

Bodemanalyses
Er worden heel wat inbreuken vastgesteld op de verplichting om voldoende bodemstalen te nemen. Per begonnen schijf van 20 hectaren moet de landbouwer over de volgende analyses beschikken: plant beschikbaar fosforgehalte, organisch koolstofgehalte en mineraal stikstofgehalte. De landbouwer moet de volledige bedrijfsoppervlakte (percelen in gebruik op 1 januari 2013) in rekening brengen en niet alleen de derogatieoppervlakte.

Er moeten voldoende correcte bodemanalyses worden uitgevoerd in de juiste periode. Voor de analyses van plant beschikbaar fosforgehalte en organisch koolstofgehalte kan hij een staal laten nemen van 1 juni 2012 tot en met 31 mei 2013, voor de analyse van mineraal stikstofgehalte kan dat van 1 januari 2013 tot en met 31 mei 2013.

De percelen die de landbouwer wil bemonsteren moeten jaarlijks roteren. Slechts als alle percelen een keer bemonsterd zijn geweest, kan een perceel een tweede keer bemonsterd worden.

Bemesting
Op derogatiepercelen mag de landbouwer enkel met deze dierlijke mestsoorten bemesten: rundermest (uitgezonderd mestkalveren), paardenmest, geitenmest en schapenmest.
Als hij beschikt over het bijbehorende attest mag hij ook de volgende mestsoorten spreiden op zijn derogatiepercelen: dunne fractie na het scheiden van varkensmest en effluent met een laag stikstof- en fosfaatgehalte. Hij moet steeds de voorwaarden naleven voor het spreiden van die meststoffen op zijn derogatiepercelen. Hij mag geen fosfaat uit kunstmest opbrengen op derogatiepercelen.
De landbouwer mag zijn derogatiepercelen bemesten vanaf 16 februari tot en met 31 augustus. Die bepaling geldt voor dierlijke mest (inclusief stalmest), kunstmest en andere meststoffen (inclusief meststoffen die beschikken over een attest met uitzondering op de uitrijperiode). Begrazing mag het hele jaar door op derogatiepercelen.

Wat gebeurt er bij fouten?
Als de derogatievoorwaarden niet correct nageleefd worden, legt de Mestbank sancties op in het jaar volgend op de vaststelling. Het is voor de landbouwer daarom zeer belangrijk om de nodige aandacht te besteden aan de derogatievoorwaarden.

Bijlage(n) :
+ Derogatievoorwaarden_2013.pdf