Effluent aanwenden in de winter op akkers zonder gewas is niet toegestaan.

Toezichthouders van de Mestbank hebben de voorbije jaren meermaals vastgesteld dat effluent werd uitgespreid op onbeteelde grond. Dat is verboden. Effluent kan enkel onder bepaalde voorwaarden aangewend worden op gronden waarop een gewas aanwezig is.

Het doel van die maatregel uit het mestbeleid is om het risico op uitspoeling van nutriënten te beperken. Met die gerichte controles willen we inbreuken op de mestwetgeving voorkomen en werken aan de vereiste verbetering van de waterkwaliteit.

 

De Mestbank zal opnieuw gerichte controles uitvoeren op het opbrengen van effluent in de winter. Inbreuken op dat aspect van de mestwetgeving kunnen zware gevolgen hebben voor zowel de aanbieders, de afnemers én de mestvoerders. Daarenboven kunnen landbouwers een deel van hun bedrijfstoeslag mislopen.

 

Attesten zijn verplicht
Tijdens de voorbije controles werd duidelijk dat niet alle landbouwers attesten, waarop de beperkingen van het geleverde product staan, hadden ontvangen van de erkende mestvoerders. Nochtans moeten de erkende mestvoerders die attesten verplicht afleveren. Landbouwers die de nodige attesten niet spontaan krijgen, moeten er expliciet naar vragen bij de erkende mestvoerders.

 

Wat is effluent?
Effluent is een product dat verkregen wordt bij bewerking of verwerking van mest in een biologie en heeft een lage stikstof- en fosfaatinhoud. Effluent wordt meestal beschouwd als een dierlijke meststof. Enkel bij de verwerking van plantaardig digestaat is het een andere meststof.


Spelregels voor het gebruik van effluent
Het opbrengen van mest tijdens de winterperiode is verboden. Het risico dat de opgebrachte nutriënten in de winter uitspoelen is immers groter dan tijdens het groeiseizoen.

Bepaalde stoffen met trage stikstofvrijstelling of met lage stikstofinfhoud mogen in de winterperiode wél opgebracht worden, uitgezonderd op derogatiepercelen. Dat kan enkel als de producenten van die meststoffen een attest hebben voor de uitzondering op de uitrijperiode én als alle bijkomende voorwaarden van het attest worden nageleefd.

 

In het geval van effluent gaat het om een lage stikstofinhoud (het effluent mag op geen enkel moment meer dan 0,6 kg stikstof per ton bevatten), en gelden de volgende voorwaarden:

De producent moet bij elk transport aan de mestvoerder een kopie van het attest meegeven, met daarop de vermelding van het nummer van het transportdocument. De mestvoerder moet de kopie van het attest meenemen tijdens het transport en het aan de afnemer overhandigen.
De afnemer die het effluent wil opbrengen buiten de uitrijperiode moet ervoor zorgen dat bij de toediening van de betrokken meststof een kopie aanwezig is van het attest. Het effluent mag enkel uitgespreid worden als er een nog levend gewas aanwezig is. Bij de bemesting mag er maximaal 30 kg stikstof per ha, en waarvan maximaal 10 kg mineraal, opgebracht worden. Effluent bevat vrijwel uitsluitend stikstof in minerale vorm.

Meststoffen met een attest voor een uitzondering op de uitrijverbodsperiode mogen niet worden gespreid op drassig, overstroomd, bevroren of besneeuwd land. Bekijk hier een overzicht van de verleende attesten.