Oogsten en begrazen van ‘groenbedekking’ onder ecologisch aandachtsgebied.

Oogsten en begrazen van ‘groenbedekking’ onder ecologisch aandachtsgebied in het kader van de vergroening alsnog toegelaten

In opvolging van het ronde-tafeloverleg tussen Joke Schauvliege, Vlaams minister van Landbouw, en landbouworganisaties Boerenbond, ABS en BIOFORUM van dinsdag 28 april 2015, bevestigt de minister dat de Europese Commissie goedkeuring verleent om de mogelijkheden voor de teelt van groenbedekkers als ecologisch aandachtsgebied (GLB vergroening) te verruimen.

 

Joke Schauvliege: “Voor de maatregel groenbedekking als ecologisch aandachtsgebied, werd tot voor kort gesteld dat de groenbedekker niet geoogst, gemaaid of begraasd kon worden. Deze beperking was zowel vanuit landbouw- als milieustandpunt niet geheel logisch. Ik ben dan ook tevreden dat de Europese Commissie bevestigt dat de ingezaaide groendekkers alsnog kunnen gemaaid worden na afloop van de behoudperiode (meestal 15 februari)”.

De overige voorwaarden wijzigen niet, zoals bijvoorbeeld het feit dat een groenbedekker moet bestaan uit een mengsel van minstens twee gewassen.

Landbouwers die op basis van deze nieuwe informatie bijkomende percelen met groenbedekkers of nateelten willen registreren in hun verzamelaanvraag 2015, kunnen dit doen tot uiterlijk 1 juni 2015 door hun reeds ingediende verzamelaanvraag via e-loket te wijzigen.

Huidige voorwaarden voor groenbedekking onder ecologisch aandachtsgebied:

·        De groenbedekker of vanggewas moet u aanleggen door het inzaaien van een mengsel van groenbedekkers of vanggewassen of door gras onder het hoofdgewas in te zaaien;

Het mengsel moet bestaan uit minstens twee gewassen die voorkomen op de lijst van groenbedekkers die in aanmerking komen voor groenbedekking. Deze lijst is terug te vinden als bijlage bij de informatiefiche over ecologisch aandachtsgebied op de website www.vlaanderen.be/landbouw/glb2020 of in bijlage 8 uit de toelichting bij de verzamelaanvraag www.vlaanderen.be/landbouw/toelichtingverzamelaanvraag2015;
De minimale zaaidichtheid moet minstens 50% bedragen van de aangegeven minimale zaaidichtheid zoals opgenomen in de lijst van groenbedekkers, en dit voor minstens 2 gewassen uit het mengsel. Wanneer u in het mengsel naast andere gewassen één of meerdere grassen uit deze lijst opneemt, dan moet u voor minstens één gras eveneens minstens 50% van de aangegeven minimale zaaidichtheid zoals opgenomen in de lijst, respecteren;
U moet gecertificeerd zaaizaad gebruiken of, als er geen gecertificeerd zaaizaad bestaat, handelszaaizaad;
Wanneer u gras onder het hoofdgewas inzaait, dan zal dit enkel als groenbedekker voor ecologisch aandachtsgebied meetellen wanneer het gras niet vernield wordt bij de oogstwerkzaamheden, of m.a.w. er moet een voldoende dichte grasmat aanwezig blijven tijdens de aanhoudingsperiode;
 U mag geen gewasbeschermingsmiddelen toepassen. Er geldt enkel een uitzondering voor grassen: een behandeling is toegestaan vóór het inwerken van de groenbedekker voor zover dit gebeurt na de minimale aanhoudingsperiode;
Om als ecologisch aandachtsgebied te kunnen meetellen mag het perceel met de groenbedekker geen gras als hoofdteelt hebben;
Naar gelang de landbouwstreek gelden verschillende uiterste inzaaidata en minimale aanhoudingsperiodes:

Polders en Duinen: inzaaien vóór 1/9 en minstens aanhouden tot 15/10;
Leemstreek: inzaaien vóór 1/10 en minstens aanhouden tot 1/12;
Zandleemstreek en andere: inzaaien vóór 1/10 en minstens aanhouden tot 1/02;

U moet het betrokken perceel minstens van 21/4 tot en met 31/12 in eigen gebruik hebben.