Uitbetaling crisissteun voor de zoogkoeien- en zeugenhouderij.

Op 16 december 2015 wordt aan de Vlaamse zoogkoeien- en zeugenhouders éénmalig het voorbehouden bedrag van het Europese crisisbudget uitbetaald. In de daarop volgende dagen zullen zij het bedrag op hun rekening ontvangen.

 

Met deze maatregel wil men de landbouwers in de veehouderijsectoren die bijzonder zwaar getroffen zijn door de crisis, gericht financieel bijstaan. Voor de zoogkoeienhouders werd hiervoor een totaalbudget van € 3.867.500 gereserveerd. Het totaalbedrag voor de zeugenhouders bedraagt € 3.367.500.

 

Zoogkoeienhouders: 5.081 landbouwers met zoogkoeien genieten deze crisissteun.

 

Er werd een bedrag van € 29,8 per zoogkoe of vaars uitbetaald aan:

·        alle Vlaamse landbouwers die voor de campagne 2014 over een aantal in aanmerking genomen zoogkoeien en vaarzen beschikten, met uitzondering van de gestopte landbouwers die geen zoogkoeienpremierechten hebben voor de campagne 2015. Er werd steun uitbetaald voor de in aanmerking genomen zoogkoeien en vaarzen van de campagne 2014.

·        alle Vlaamse landbouwers die voor de campagne 2014 geen in aanmerking genomen zoogkoeien en vaarzen hadden maar een bedrijf overnamen met in aanmerking genomen zoogkoeien en vaarzen en die zoogkoeienpremierechten hebben voor de campagne 2015. Er werd steun uitbetaald voor het aantal zoogkoeienpremierechten van de campagne 2015.

·        de jonge startende landbouwers (40 jaar en jonger) met zoogkoeienpremierechten voor de campagne 2015. Er werd steun uitbetaald voor het aantal zoogkoeienpremierechten van de campagne 2015.

 

Zeugenhouders: 1.959 landbouwers met zeugen genieten deze crisissteun.

 

Er werd een bedrag van € 7,4 per fokvarken uitbetaald aan:

·        alle landbouwers die bij het Departement Landbouw en Visserij gekoppeld zijn aan een veebeslag met fokvarkens (dat zijn niet altijd de financieel verantwoordelijken van het veebeslag in Sanitel). Het aantal fokvarkens dat in aanmerking komt voor de steun werd bepaald op basis van de laatste veeartsbezoekrapporten van 2014 en 2015 (maar niet later dan 31 augustus 2015). Indien het veebeslag gekoppeld is aan meer dan 1 landbouwer werd de steun gelijk verdeeld over de betrokkenen.

·        indien het aantal fokvarkens in 2015 nul was, kwam het veebeslag niet in aanmerking voor de steun.

·        bij een pas opgestart bedrijf werden enkel de fokvarkens van 2015 meegerekend.

Het aantal dieren waarvoor de zoogkoeienhouder of zeugenhouder een betaling heeft gekregen, werd in de mededeling bij de uitbetaling vermeld.

 

Voor beide uitbetalingen werd een budgettaire reserve aangelegd voor de behandeling van bezwaren en eventuele fouten in de gegevens. Het niet gebruikte deel van elke reserve zal verdeeld worden over de betrokken landbouwers en eind juni 2016 uitbetaald worden.

 

Voor vragen over deze uitbetalingen kunnen landbouwers terecht bij de provinciale buitendienst van het Departement Landbouw en Visserij.