GLB - Premie voor het behoud van de gespecialiseerde zoogkoeienhouderij.

Het Departement Landbouw en Visserij wenst de landbouwers te informeren over een aantal belangrijke data en voorwaarden betreffende de regeling voor het behoud van de gespecialiseerde zoogkoeienhouderij.

 

Overdracht van premierechten voor zoogkoeien

Van 3 oktober tot en met 30 november 2016 kunnen premierechten voor zoogkoeien worden overgedragen. Het is de overlater die tijdig een aanvraag voor overdracht van premierechten moet indienen op het e-loket Landbouw en Visserij (www.landbouwvlaanderen.be ).

Bij een volledige bedrijfsovername kunnen de premierechten gedurende gans het kalenderjaar  overdragen worden, maar beide partijen moeten zich ervan bewust zijn dat de premierechten pas op 1 januari van het volgende kalenderjaar op naam van de overnemer komen te staan. De overlater zal de premiebetaling voor het lopende kalenderjaar ontvangen, maar het is de overnemer die aan de premievoorwaarden dient te voldoen vanaf het moment van de bedrijfsovername.

Overdrachten van premierechten bij een volledige bedrijfsovername worden dus ofwel geregeld via het formulier 'melding van een volledige bedrijfsovername' ofwel via het e-loket (van 3 oktober tot en met 30 november 2016).

 

De voorwaarden voor overdracht van premierechten voor zoogkoeien

Iedere landbouwer die beschikt over premierechten voor zoogkoeien kan (een deel van) zijn premierechten overdragen, op voorwaarde dat hij minstens 70% van zijn premierechten benut heeft in 2016. In geval van een volledige bedrijfsovername moet evenwel niet voldaan zijn aan de 70% voorwaarde.

Een landbouwer die premierechten uit de reserve heeft gekregen kan geen enkel premierecht overdragen in de drie kalenderjaren volgend op het jaar van toekenning van de premierechten. Dat geldt dus ook voor de premierechten die niet uit de reserve komen. Enkel ingeval van een volledige bedrijfsovername kunnen deze premierechten wel overgedragen worden.

Een landbouwer kan in eenzelfde jaar geen premierechten overnemen en overlaten.

Een overdracht van premierechten voor zoogkoeien is enkel mogelijk tussen Vlaamse landbouwers.

Landbouwers die op 1 januari 2017 ouder zijn dan 65 jaar, kunnen geen premierechten overdragen. Doet men dit toch, dan vervallen alle overdragen premierechten aan de reserve - behalve bij een volledige bedrijfsovername aan eerste, tweede of derde bloed- of graadverwanten.

Voor volledige bedrijfsovernames eind 2016 of op 1 januari 2017 die reeds op voorhand gekend zijn, wordt de identificatieprocedure best zo snel mogelijk opgestart opdat de overnemer nog voor 15 december 2016 een deelnameverklaring kan indienen.

Indien de volledige bedrijfsovername eind 2016 of op 1 januari 2017 niet voor 15 december kan meegedeeld worden, moet de overlater nog tijdig een deelnameverklaring indienen. Zodra de overname geregistreerd is, dient de overnemer ook nog een deelnameverklaring in te dienen waarbij de indieningsdatum gelijk zal gesteld worden aan de indieningsdatum van de deelnameverklaring van de overlater.

Volledige bedrijfsovernames (met premierechten voor zoogkoeien) met ingang van 1 januari 2017 en gemeld na 31 januari 2017 worden niet meer aanvaard. De volledige bedrijfsovername kan ten vroegste op 2 januari 2017 ingaan.

 

Premierechten voor zoogkoeien uit de reserve

Van 3 oktober tot en met 30 november 2016 kan een aanvraag om premierechten voor zoogkoeien uit de reserve te bekomen worden ingediend via het e-loket Landbouw en Visserij (www.landbouwvlaanderen.be ).

Als jonge starter heeft de landbouwer twee jaar de tijd om de 15 premierechten eenmalig aan te vragen, namelijk ofwel in 2016 of in 2017.

 

De voorwaarden voor premierechten voor zoogkoeien uit de reserve

Iedere landbouwer jonger dan 40 jaar op 1 januari 2017 en voor het eerst gestart met een landbouwactiviteit tussen 2 januari 2016 en uiterlijk op 1 januari 2017, kan eenmalig 15 premierechten uit de reserve krijgen na overname van een exploitatie met veebeslag en met alle premierechten voor zoogkoeien die aan het beslag gekoppeld zijn.

Indien er geen of minder dan 5 premierechten aan het overgenomen beslag gekoppeld zijn, dan moet de landbouwer zich tot minstens 5 rechten aanschaffen om deel te kunnen nemen aan de regeling.

Voor groeperingen van natuurlijke personen en voor rechtspersonen moet minstens 1 van de leden, bestuurders, zaakvoerders of beherende vennoten voldoen aan de voorwaarden.

Iedere landbouwer die tussen 2 januari 2016 en 1 januari 2017 voor het eerst gestart is met een landbouwactiviteit en een nieuw veebeslag voor het eerst geactiveerd heeft, kan eenmalig 20 premierechten uit de reserve krijgen.

 

Deelnameverklaring

Om deel te nemen aan de regeling voor het behoud van de gespecialiseerde zoogkoeienhouderij in 2017 moet de landbouwer uiterlijk op 15 december 2016 via het e-loket de deelnameverklaring registreren.

Na 15 december 2016 heeft de landbouwer nog 25 kalenderdagen, dus tot en met 9 januari 2017, de tijd om zijn deelname te bevestigen maar het premiebedrag zal dan wel verminderen met 1% per werkdag laattijdigheid. Aanvragen die na 9 januari 2017 worden ingediend, geven bijgevolg geen recht op de premie.

Indien er tussen 15 december 2016 en 31 januari 2017 nog een bedrijfsovername gemeld wordt die ten laatste op 1 januari 2017 ingaat, moet de overlater nog een deelnameverklaring indienen voor 15 december 2016. Indien de overlater nalaat om tijdig een deelnameverklaring in te dienen dan zal de overnemer ook geen deelnameverklaring meer kunnen indienen.

Enkel actieve landbouwers op 1 januari 2017 met 20 of meer premierechten kunnen hun deelname voor 2017 bevestigen.

 

Percelen met dieren

Elk perceel waar dieren worden gehouden in het kader van de gespecialiseerde zoogkoeienhouderij, moet vooraf meegedeeld worden aan het departement.

Percelen in eigen gebruik in 2017 dient de landbouwer aan te geven in zijn verzamelaanvraag 2017.

Ingeschaarde percelen in 2017 dient de landbouwer aan te geven in de verzamelaanvraag van 2016 of 2017 in de daarvoor bestemde rubriek voor weiden met dieren die niet opgenomen worden bij uw eigen percelen.

Ingeschaarde percelen opgegeven in de verzamelaanvraag van 2016 maar met betrekking tot 2017 zullen automatisch overgenomen worden in de rubriek van de verzamelaanvraag 2017.

 

Premievoorwaarden in 2017

Vaarzen en kalveren van het vleestype

Het aantal premiegerechtigde dieren betreft het aantal vrouwelijke dieren van het vleestype (Sanitel rastype 2) die kalven op uw bedrijf van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017. De kalveren moeten ook van het vleestype zijn. De landbouwer moet er op letten dat voor zijn dieren het juiste rastype geregistreerd is in Sanitel. Dieren geregistreerd in Sanitel als vleestype, maar die in werkelijkheid van het melktype of gemengde type zijn, komen niet in aanmerking voor de premie.

Bij tweelingen of twee kalvingen uit één moederdier tijdens hetzelfde jaar, kan dit moederdier slechts eenmaal als premiegerechtigd in aanmerking genomen worden.

Het aantal premiegerechtigde dieren wordt beperkt tot maximaal het aantal premierechten waarover de landbouwer beschikt.

 

Moederdieren 8 maanden aanhoudingsperiode

Bovendien moet minstens 90% van de moederdieren gedurende 8 maanden onafgebroken vóór de kalving, aanwezig geweest zijn op het beslag.

Indien geen 90% van de moederdieren is aangehouden dan wordt het aantal premiegerechtigde dieren omgerekend. Bv. 30 kalvingen betekent dat 27 moederdieren minstens 8 maanden aangehouden moeten zijn geweest. Indien slechts 25 moederdieren 8 maand zijn aangehouden, dan worden voor dat kalenderjaar 28 (=25/0,9) kalvingen in rekening gebracht en zijn er dus maximaal 28 premiegerechtigde dieren.

 

Sanitel registratie binnen de 7 kalenderdagen

Alle dieren (zowel moederdieren als kalveren) moeten correct geïdentificeerd en geregistreerd zijn in Sanitel. Dit betekent onder meer dat alle gebeurtenissen en bewegingen tijdig (binnen de 7 kalenderdagen) moeten gemeld worden. Dieren waarvan geboorte, vertrek,… tijdens het betrokken jaar laattijdig gemeld werden, worden uitgesloten van de premie.

Dieren waarvan de registratie nog wordt gewijzigd na de start van de aanhoudingsperiode (kalfdatum min 8 maanden) zijn niet premiewaardig!

 

Uitgesloten rassen

Moederdieren van bepaalde rassen zijn uitgesloten van de premie. Deze rassenlijst kan worden geraadpleegd op de website www.vlaanderen.be/landbouw/zoogkoeienpremie .

In de deelnameverklaring wordt vermeld dat deze dieren dienden aangemeld te worden bij de buitendienst van het Departement Landbouw en Visserij. Indien dat nog niet is gebeurd, moet dit zo snel mogelijk meegedeeld worden aan de buitendienst.  Indien de landbouwer nalaat om deze melding te doen en er bij een controle ter plaatse vastgesteld wordt dat er dieren aanwezig zijn behorend tot een van deze uitgesloten rassen, kan dit leiden tot een sanctie die ook toegepast wordt op de dieren die wel premiegerechtigd zijn.

 

Kalveren 3 maanden aanhoudingsperiode

Minstens 30% van de kalveren type vlees geboren tijdens het kalenderjaar en beperkt tot uw aantal premierechten voor zoogkoeien, moeten minimaal 3 maanden aangehouden worden op het bedrijf. Indien niet aan deze voorwaarde wordt voldaan, zal het totaal uit te betalen premiebedrag verminderd worden.

 

Merk en meld doodgeboren kalveren

Als een kalf dood geboren wordt, dan kan het moederdier enkel als premiegerechtigd beschouwd worden als het kalf gemerkt en tijdig (binnen de 7 kalenderdagen) gemeld is aan Sanitel. Er is hier geen enkele uitzondering op voorzien, dus een melding zonder oormerknummer of een abortusprotocol zal niet aanvaard worden.

 

Verlies van premierechten

De landbouwer dient jaarlijks minstens 70% van zijn premierechten te gebruiken. Indien de landbouwer minder dan 70% gebruikt, dan wordt het niet gebruikte gedeelte onder de 70% definitief toegevoegd aan de reserve.

Indien voldaan is aan de voorwaarden van jonge starter, dan zullen pas premierechten verloren gaan indien er gedurende 2 opeenvolgende kalenderjaren geen 70% werd gebruikt. In dat geval verliest de landbouwer het niet gebruikte deel onder de 70% van het laatste jaar aan de reserve.

Indien de landbouwer minder dan 14 rechten benut dan leidt dit tot een volledig en definitief verlies van het zoogkoeienquotum.

Voor de benutting van het aantal premierechten wordt rekening gehouden met het aantal moederdieren die gekalfd hebben op het bedrijf van de landbouwer zonder daarbij rekening te houden met administratieve (laattijdige meldingen) of controlevaststellingen. Moederdieren die 2 keer gekalfd hebben tijdens het kalenderjaar of die een tweeling hebben voortgebracht worden slechts 1 keer in rekening gebracht voor de benutting van de rechten.

Ook moederdieren die uitgesloten worden omwille van het ras of rastype worden niet in rekening gebracht voor de benutting van de rechten.

Dieren met een administratieve of controlevaststelling worden WEL uitgesloten bij de uitbetaling van de premie.

Indien er minder dan 14 moederdieren gekalfd hebben in een kalenderjaar is er geen uitbetaling van de premie.