Aardappelen in de verzamelaanvraag.

Het planten van aardappelen in een meerjarige vruchtwisseling is een beslissing die van vele factoren afhangt. Dat maakt dat de aangifte van dit gewas in de verzamelaanvraag jaarlijks sterk varieert, zowel wat betreft areaal als wat betreft de percelen waarop geteeld wordt. Daarom wil het Agentschap voor Landbouw en Visserij graag al vóór de nieuwe campagne de aandacht vestigen op enkele knelpunten.

Een correcte aangifte gedurende het hele jaar
Het is van belang dat landbouwers altijd de juiste teelt aangeven in de verzamelaanvraag.  Er zijn verschillende gewascodes voor het aangeven van pootgoed, primeuraardappelen, vroege aardappelen en late aardappelen. Vooral wat betreft primeuraardappelen is het belangrijk dat deze geoogst moeten zijn vóór 20 juni. Bij de controles in 2012 is gebleken dat meer dan 70% van de als primeuraardappelen aangegeven percelen, niet geoogst waren op deze uiterste datum. Deze datum is bepaald om de verspreiding van aardappelziektes in te perken en is dus strikt te respecteren door alle landbouwers. De weersomstandigheden spelen hierbij vaak een belangrijke rol, waardoor soms voorziene oogstdata niet gehaald worden. Als er daardoor na 20 juni geoogst wordt, moet de landbouwer het gewas in de verzamelaanvraag op eigen initiatief wijzigen naar ‘vroege aardappelen’, zodat de aangifte correct blijft.

Percelen die geleidelijk geoogst worden (bijvoorbeeld voor thuisverkoop) beginnend vóór 20 juni, maar nog niet volledig geoogst op 20 juni, zijn ook te beschouwen als ‘vroege aardappelen’ en niet als ‘primeuraardappelen’.
Op dezelfde manier moeten ook andere wijzigingen in het teeltplan steeds gemeld worden als een wijziging van de verzamelaanvraag, ook als deze beslissingen na de uiterste indieningsdatum genomen worden.

Een teeltplan met oog voor de teeltrotatie
Sinds 2011 is het correct toepassen van de verplichte driejaarlijkse teeltrotatie van aardappelen een randvoorwaarde voor alle aangevraagde premies. Dat wil zeggen dat een perceel slechts eens om de drie jaar met aardappelen beteeld mag worden. Wie regelmatig aardappelen plant, is zich wel bewust van het belang van deze teeltrotatie bij het vermijden van ziektes en het optimaal houden van de bodemkwaliteit.
Om de landbouwers te ondersteunen, is op de voorgedrukte gegevens van de verzamelaanvraag al vermeld welke percelen nog niet gebruikt mogen worden voor aardappelen. Door middel van de aanduiding A1 of A2 wordt aangegeven of de laatste aardappelteelt op het perceel één of twee jaar geleden is.
Op deze teeltrotatie is er wel een uitzondering voor primeuraardappelen. Deze uitzondering geldt enkel wanneer de oogst van deze aardappelen met zekerheid voltooid is voor 20 juni. Ook hier is het dus van groot belang de verzamelaanvraag steeds correct in te dienen en eventueel tijdig een wijziging door te geven.