Randvoorwaarden, minimaal aantal analyseresultaten per bedrijf voor zuurtegraad en koolstofgehalte.

 

 

Landbouwers die rechtstreekse inkomenssteun of steun voor agromilieumaatregelen willen ontvangen, moeten sinds 1 januari 2005 bepaalde beheerseisen naleven op het vlak van milieu, dierenwelzijn, dierengezondheid, gezondheid van de planten en volksgezondheid. Daarenboven moeten zij hun landbouwgronden in goede landbouw- en milieuconditie houden. Wanneer zij deze randvoorwaarden (ook wel ‘cross compliance’ genoemd) niet naleven, kan het agentschap een verlaging toepassen bij de uitbetaling van de steun.

 

Volgens één van deze randvoorwaarden moeten landbouwers de zuurtegraad (pH) en het koolstofgehalte (C) van een aantal van hun percelen die geen grasland zijn of die geen permanente bedekking hebben, laten bepalen en de bijhorende analyseresultaten kunnen voorleggen bij controle. De analyseresultaten blijven drie jaar geldig vanaf de datum van de staalname uitgevoerd in het kader van deze analyses.

Voorzie voldoende analyseresultaten koolstofgehalte en zuurtegraad in het kader van de randvoorwaarden!

 

Afhankelijk van het totaal areaal akkerland (dit is alle landbouwgrond met uitzondering van alle graslanden en andere permanente bedekking, zoals grasklaver) moet de landbouwer volgend aantal geldige analyseresultaten kunnen voorleggen

De teelten die u in rekening moet brengen om het aantal ha akkerland te bepalen, staan in bijlage 2 van de toelichtingsnota bij de verzamelaanvraag 2013 met de code ‘S’ of ‘M’ in de kolom ‘erosiegevoeligheid teelt’.

 

Voorbeeld: een landbouwer met 22 ha landbouwgrond in gebruik (waarvan 16 ha grasland) moet bij een controle ter plaatse 1 geldig analyseresultaat met de bepaling van de zuurtegraad en het koolstofgehalte kunnen voorleggen. De analyses zijn geldig indien ze uitgevoerd zijn door een erkend laboratorium. Eerdere analyses blijven geldig als de staalname minder dan drie jaar geleden werd uitgevoerd en als dat labo in dat jaar erkend was.

 

Bij een te laag organische stofgehalte moet de landbouwer op de betreffende percelen het bemestingsadvies op basis van de analyseresultaten  van het erkende laboratorium opvolgen of moet de landbouwer minstens één van de volgende maatregelen naleven: toedienen van organische stalmest, toedienen van compost, inwerken van stro of het telen van groenbedekkers.

De percelen met een te lage pH moeten bekalkt worden.

 

Uit de resultaten uit de controles ter plaatse van de voorbije jaren, blijkt dat deze randvoorwaarde m.b.t. het beschikken over onvoldoende geldige analyseresultaten één van de meest voorkomende inbreuken is. Hierdoor krijgen nogal wat landbouwers een verlaging van de steun.

 

Lijst van laboratoria die erkend zijn in 2013

Voor 2013 heeft de Vlaamse minister van Leefmilieu, Joke Schauvliege, 8 laboratoria erkend voor het uitvoeren van deze analyses:

 

Meer gedetailleerde informatie, ook over de looptijd van de erkenningen, kan u vinden op de website van de dienst Land en Bodembescherming van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie.