Zuinig zijn met mest en de groenbedekker niet vergeten.

Na de graanoogst komt het er niet op aan de akkers nog eens stevig te bemesten, integendeel zelfs. Beperk de bemesting tot maximaal 60 kilo per hectare, deelt de Mestbank mee, en zaai tijdig een nateelt of vanggewas. De vroege graanoogst levert volgens de dienst Bedrijfsadvies van de Vlaamse Landmaatschappij extra groeidragen op voor groenbedekkers, die je zeker voor een traag groeiende groenbedekker als gras maar beter benut. De komende maanden gaat de Mestbank gericht controleren op het opbrengen van mest na de oogst omdat de voorwaarden in het verleden niet steeds nageleefd werden.

De dienst Bedrijfsadvies van de Vlaamse Landmaatschappij roept landbouwers op om de extra groeidagen voor groenbedekkers optimaal te benutten door na de vroege graanoogst hun uitzaai niet uit te stellen. Vroeg gezaaide groenbedekkers kunnen de reststikstof van de voorgaande teelt sneller opnemen. Door de langere groeiduur zal ook de totale stikstofopname op het eind van het groeizame seizoen beduidend hoger zijn. Bovendien onderdrukt een goed ontwikkelde groenbedekker beter onkruid en aaltjes en krijgen water- en winderosie minder kansen.

Gelijktijdig herinnert de Mestbank aan de regels rond bemesting na de oogst van de hoofdteelt. Die werden de voorbije jaren door sommige landbouwers niet correct nageleefd hoewel dat belangrijk is om uitspoeling van nutriënten te voorkomen. Met gerichte controles wil de Mestbank deze inbreuken op de mestwetgeving voorkomen en werken aan de vereiste verbetering van de waterkwaliteit. De Mestbank kan aan afnemers en mestvoerders zware sancties opleggen voor inbreuken op dat aspect van de mestwetgeving. Landbouwers die de regels aan hun laars lappen, zetten een deel van hun bedrijfstoeslag op het spel.

De Mestbank wil uiteraard voorkomen dat landbouwers sancties oplopen en zet daarom de regels nog eens op een rij. Op een akker mogen maar vloeibare mest, kunstmest of andere meststoffen gespreid worden indien na de oogst van de hoofdteelt een nateelt of vanggewas volgt. Als de oogst van het gewas plaatsvond in juli moet er vóór 31 juli een nateelt of vóór 31 augustus een vanggewas ingezaaid worden. Als de oogst plaatsvond in augustus moet er vóór 31 augustus een vanggewas ingezaaid worden.

Zelfs indien er wintergerst of wintertarwe gezaaid wordt in het najaar moet er in de zomer een groenbedekker gezaaid worden na bemesting. “Als dat niet gebeurt, blijft de grond te lang onbedekt en kunnen nutriënten uitspoelen.” Maximaal 60 kilo stikstof per hectare mag er opgebracht worden. Voor landbouwers die met de forfaitaire waarden van de mest rekenen, betekent dat ten hoogste 12,5 ton rundermengmest per hectare of 7,4 ton mestvarkensmengmest per hectare. Zo’n lage dosis varkensmest zal in de praktijk moeilijk te doseren zijn. Als de bemesting wordt toegediend in de vorm van effluent of kunstmest bedraagt de maximale toegediende dosis slechts 30 kilo stikstof per hectare.

Na 1 september is de algemene regel dat bemesten verboden is. Uitzonderingen zijn er op de zware kleigronden en voor stalmest, champost en meststoffen waarvoor een uitzondering op het uitrijverbod is uitgereikt, bijvoorbeeld effluent met attest. Bemesting van derogatiepercelen na 1 september kan in geen enkel geval.