Nitraatresidubepaling beheerovereenkomst water (PDPO II).

Landbouwers die een beheerovereenkomst water hebben gesloten met de Vlaamse Landmaatschappij moeten tussen 1 oktober en 15 november 2015 een nitraatresidubepaling laten uitvoeren.

Landbouwers die een beheerovereenkomst water (PDPOII) hebben gesloten met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) moeten een nitraatresidubepaling laten uitvoeren op de percelen waarop de maatregel wordt toegepast. Dat moet gebeuren in de periode van 1 oktober tot en met 15 november. Erkende laboratoria voeren de nitraatresidubepalingen uit en houden zich daarbij aan strikte regels. De VLM keert pas een vergoeding uit als het nitraatresidu meer dan 4 kg N/ha lager is dan de nitraatresidudrempelwaarden die de Vlaamse Regering heeft vastgelegd.

De landbouwer moet er zelf voor zorgen dat er een nitraatresidubepaling uitgevoerd wordt en kiest daarvoor een erkend laboratorium.

De VLM bezorgt de gegevens van de te bemonsteren percelen en het aantal te nemen stalen per perceel aan het gekozen laboratorium, zodra de landbouwer hiervoor schriftelijk zijn toestemming heeft gegeven (formulier verkrijgbaar bij het laboratorium).

Alle door de landbouwer gemelde percelen worden aan het laboratorium overgemaakt, ook de percelen die niet in aanmerking komen voor het berekenen van een vergoeding. Het laboratorium en de staalnemer weten welke percelen niet in aanmerking komen en wat de reden daarvoor is. Standaard bemonstert het laboratorium enkel gemelde percelen die in aanmerking komen voor de beheervergoeding.

Als de perceelsgegevens in de verzamelaanvraag gewijzigd zijn na begin augustus, dan zijn die gegevens nog niet gekend bij het laboratorium. Daarom is het belangrijk dat de landbouwer die wijzigingen snel meldt aan het laboratorium en de staalnemer. Onder meer het splitsen van percelen (bv. omwille van verschillende teelten, een waterloop, een doorgang,…) of het toevoegen van nateelten tot 31 oktober kan immers een impact hebben op het aantal te nemen stalen.

Per 2 ha en per teelt moet de landbouwer het nitraatresidu laten bepalen voor een gemeld perceel. Dat betekent bijvoorbeeld dat er voor een perceel van 3 ha twee stalen van elk 1,5 ha noodzakelijk zijn. Het is best dat de landbouwer zelf aanwezig is wanneer de stalen genomen worden. Zo kan hij nagaan of de bemonstering correct verloopt en de staalnemer voldoende stalen neemt, en dit op de juiste percelen.

Wanneer de nitraatresidubepalingen uitgevoerd zijn, bezorgt het laboratorium alle resultaten rechtstreeks aan de VLM. De beheervergoeding wordt berekend volgens het nitraatresidu per genomen deelstaal.