Verduidelijken verzamelaanvraag campagne 2016.

Nu de nieuwe campagne voor het indienen van de verzamelaanvraag van start gegaan is, zal het Departement Landbouw en Visserij wekelijks een aantal thematische persberichten publiceren. Deze kunnen een belangrijke steun zijn voor de landbouwer bij het invullen van de verzamelaanvraag en nadien bij het naleven van voorwaarden en verplichtingen.

De persberichten zullen thema’s zoals subsidiabiliteit, erosie, betalingsrechten, vergroening behandelen en worden gedestilleerd uit alle informatie die ook beschikbaar is op de website www.vlaanderen.be/landbouw

Een eerste persbericht in de reeks gaat over de voornaamste nieuwigheden in de campagne 2016. Sommige van de verder aangehaalde onderwerpen zullen in een later persbericht meer in detail toegelicht worden.

 

Belangrijkste nieuwigheden in 2016

Fotoplannen op een grotere schaal

De fotoplannen zijn in schaal 1:10.000 getoond op het voorbereidingsformulier in plaats van in 1:5.000. Zo heeft de landbouwer een beter overzicht van de ligging van zijn percelen. Inzoomen tot 1:200 voor meer details kan op het e-loket. Doe dit ook en haal alle niet-subsidiabele elementen uit het perceel. Doet men dit niet en wordt dit gedetecteerd door de administratie, dan kan dit een verlies van betalingsrechten betekenen.

 

Nieuwigheden e-loket

Het e-loket is in een nieuw jasje gestoken. Naast de aanpassingen aan de nieuwe huisstijl van de Vlaamse overheid, zijn er ook meer praktische wijzigingen aan de elektronische verzamelaanvraag:

De landbouwer komt na het klikken op de blauwe tegel ‘verzamelaanvraag 2016’ in een overzichtsscherm, waar hij al zijn aanvragen van 2016 en de voorgaande jaren kan raadplegen.
De bijlagen worden op een nieuwe overzichtelijke manier beheerd onder het menu ‘Bijlagen’.
Sommige actieknoppen in het menu links zijn vervangen door acties onder het bol-icoon met drie puntjes en staan rechtstreeks bij de inhoud (vb. perceel) op de pagina zelf.
Een nieuw perceel toevoegen doet de landbouwer door op het “+”-icoon rechts bovenaan het scherm te klikken.

 

Betalingsrechten uit de reserve als starter of jonge starter

Starters en jonge starters kunnen extra betalingsrechten aanvragen uit de Vlaamse reserve. Deze betalingsrechten kunnen slechts één keer worden aangevraagd. In tegenstelling tot de vorige campagne moet deze aanvraag dit jaar gebeuren door middel van een vinkje in de verzamelaanvraag. Deze aanvraag moet uiterlijk op 21 april 2016 ingediend worden.

 

Bijkomende betaling voor jonge landbouwers

Naast de rechten uit de reserve kunnen jonge landbouwers via de verzamelaanvraag ook een bijkomende betaling bovenop de basisbetaling aanvragen. In dit geval wordt voor alle betalingsrechten en ook voor de betalingsrechten verkregen uit de reserve, een bijkomend steunbedrag uitbetaald.

Een jonge landbouwer kan deze bijkomende steun gedurende maximaal 5 jaar ontvangen (rekening houdend met de datum van eerste installatie) op voorwaarde dat ze jaarlijks expliciet wordt aangevraagd door middel van een vinkje in de verzamelaanvraag. Deze aanvraag staat los van de aanvraag van betalingsrechten uit de reserve en wordt dus nooit automatisch toegekend, ook niet aan jonge landbouwers die de betaling vorig jaar hebben aangevraagd en nog steeds in aanmerking komen. De aanvraag voor deze campagne moet uiterlijk op 21 april 2016 ingediend worden.

 

Locatie dieren opgeven in kader van zoogkoeienpremie

Voor de zoogkoeienpremie moet de landbouwer de percelen aangeven waar de dieren grazen. Indien dit andere percelen zijn dan deze die door de landbouwer zelf in gebruik zijn, moeten deze percelen (bv. inscharingspercelen) vanaf 2016 ook via de verzamelaanvraag aangegeven worden. Dit kan onder de rubriek ‘Waalse percelen/ inscharingen’. De landbouwer geeft de locatie op en duidt aan voor welke dieren de premie wordt aangevraagd.

 

Stallen en gebouwen – teeltcode ‘1’

Vanaf 2016 zal het niet meer mogelijk zijn om meer dan één teeltcode ‘1’ aan te geven per exploitatie. Met deze teeltcode duidt de landbouwer immers aan waar zich de hoofdactiviteit van de exploitatie of bij uitbreiding van het landbouwbedrijf afspeelt.

De teeltcode ‘1’ zal ook minstens één keer per exploitatie aanwezig moeten zijn, tenzij het een exploitatie ‘enkel percelen’ betreft.

 

Fosfaatklasse van de percelen op het e-loket

Met het nieuwe MAP zijn ook een aantal nieuwe zaken in de verzamelaanvraag te raadplegen. Zo kan op e-loket via perceelsinfo de fosfaatklasse van de percelen bekeken worden. Ook tot welk jaar de fosfaatklasse geldig is, zal daar in de toekomst te vinden zijn.

Afhankelijk van de fosfaatklasse zal de landbouwer meer of minder fosfaat mogen aanbrengen op zijn perceel. Standaard worden percelen vanaf 2016 ingedeeld in klasse III (van 4 klassen). De klasse kan veranderen op basis van een fosfaatanalyse van het perceel. De resultaten moeten bij de Mestbank ingediend worden om een verlaging van klasse aan te vragen en eventuele financiële tegemoetkoming te krijgen voor de staalnamekosten.

Meer informatie hierover is te vinden op www.vlm.be of het Mestbankloket.

 

Registratie boslandbouw in kader van kapvergunning

Vanaf 2016 is het mogelijk om percelen waarop boslandbouw toegepast wordt sinds 2011, te registreren in de verzamelaanvraag met het oog op het bekomen van een vrijstelling van een kapvergunning. Welke de precieze voorwaarden zijn, is terug te vinden op www.vlaanderen.be/landbouw. Dit geldt dus niet enkel voor percelen met een aanvraag aanplantsubsidie voor boslandbouwsystemen.

In de verzamelaanvraag kan hiervoor de gespecialiseerde productiemethode ‘BL’ aangegeven worden op de betreffende percelen.

 

Vermeerdering van zaaizaad

Vanaf 2016 moet er in de verzamelaanvraag geen gedetailleerde aangifte voor de vermeerdering van zaaizaad meer gebeuren. Het volstaat voor de registratie van de percelen van de landbouwer met het vermeerderingscontract, om de gespecialiseerde productiemethode ‘ZAA’ aan te geven op de betreffende percelen.

 

Nieuwe teeltcodes

In 2016 worden een beperkt aantal nieuwe teeltcodes toegevoegd en ook eentje verwijderd.

Witloofwortel wordt niet geteeld voor de industrie maar is altijd bestemd voor de forcerie. Enkel de teeltcode ‘9561’ is daarom behouden.

Graskruidenmengsel ‘63’ die voor bepaalde beheerovereenkomsten van VLM belangrijk is. (bv. randenbeheer)

Bloemenmengsel voor EAG Braak ‘9832’.

‘8412’ en ‘9412’: flageolets (voor de boon) industrie respectievelijk vers. De omschrijving van enkele andere Vicia faba codes zijn verduidelijkt.

Haver wordt opgesplitst in winter- en zomerhaver n.a.v. de nieuwe gewasindeling in het kader van de erosiemaatregelen voor randvoorwaarden. Teeltcodes ‘341’ resp. ‘342’. De code ‘34’ wordt wel behouden als nateeltcode.

De volledige lijst van teeltcodes en hun indeling is te raadplegen op de website http://www.vlaanderen.be/landbouw/verzamelaanvraag/tabellen.

 

Erosiemaatregelen bijgestuurd

De erosiemaatregelen in het kader van de randvoorwaarden zijn verstrengd in de periode 2014-2018. Vanaf 2016 worden deze maatregelen bijgestuurd en meer afgestemd op de gangbare landbouwpraktijk. Dit wil zeggen dat dit meer volgens de keuze van de landbouwer zelf kan, weliswaar beperkt tot bepaalde keuzepakketten. Voor sommige maatregelen is er samenspraak met een bedrijfsplanner van VLM of een erosiecoördinator van de gemeente nodig. Wanneer een zone gras of rand, die aangelegd is in het kader van erosiebestrijding, grenst aan een rood of een paars perceel, zal op het e-loket gevraagd worden of deze gebruikt wordt voor de randvoorwaarden. Het antwoord zal aangeduid kunnen worden met de code ‘ERVJ’ (ja) of ‘ERVN’ (nee) onder de gespecialiseerde productiemethoden.

Een andere aanpassing is dat er geen erosiestatus meer is per perceel. Deze wordt dus ook niet meer voorgedrukt.

In één van de volgende persberichten komen we hier uitgebreider op terug. Meer informatie is alvast te vinden in fiche 'Randvoorwaarden - erosie' op www.vlaanderen.be/landbouw/randvoorwaarden.

 

Niet productieve investeringen

De landbouwer kan steun aanvragen voor een investering die bijdraagt tot een verbeterde biodiversiteit, landschap, bodem- of waterkwaliteit, … maar geen enkel economisch voordeel oplevert.

Vóór de aanleg moet een plan opgemaakt te worden met een bedrijfsplanner. Met dit plan kan men zich inschrijven bij het VLIF om steun te krijgen voor deze niet-productieve investering. Pas dan kan gestart worden met de aanleg, waarna men dit kan melden in de verzamelaanvraag per perceel met een gespecialiseerde productiemethode. Er bestaan 3 codes: NE voor verminderen van erosie, NW voor kleinschalige waterinfrastructuur en NL voor aanleg van kleine landschapselementen.

Er wordt telkens apart gecommuniceerd wanneer er een aanmeldingsperiode bij het VLIF van start gaat.

 

Teelttoestemming voor hennep

De aanvraag van de teelttoestemming voor hennep verloopt vanaf 2016 via de verzamelaanvraag en de uiterste indieningsdatum is 21 april 2016.

 

Maaien op braakliggend land

Op braakliggend land moet er als minimumactiviteit jaarlijks gemaaid worden. Vanaf 2016 geldt hierop een uitzondering voor percelen waarop een maatregel wordt toegepast om de biodiversiteit te stimuleren (bv. inzaai van een bloemenmengsel). Die percelen moeten slechts om de twee jaar gemaaid worden.

 

Wijzigingen aan de hoofdteelt en wisseling van percelen groenbedekker EAG

Wijzigingen aan de hoofdteelt kunnen tot en met 31 augustus.

Wisseling van percelen in het kader van de toepassing van groenbedekkers als ecologisch aandachtsgebied (EAG) kunnen uitgevoerd worden tot 16 oktober (en in de Polders en Duinen is dit 16 september). Nateelten die niet ingezaaid konden worden, moeten dan ook geschrapt te worden uit de aangifte.
De percelen waartussen gewisseld wordt, moeten tijdig in eigen gebruik aangegeven zijn. Het betreft dus enkel wijzigingen in teeltplan waardoor ook de EAG-groenbedekker op een ander perceel ingezaaid wordt dan oorspronkelijk aangegeven.
Er zal bovendien nooit meer dan de op 31 mei aangegeven oppervlakte EAG in rekening gebracht worden.

 

Niet-actieve landbouwers

Landbouwers die als niet-actieve landbouwer in het kader van het nieuw GLB zijn aangeduid, krijgen 30 dagen de tijd om het tegenbewijs in te dienen. Er wordt hiervan melding gemaakt bij het indienen van de verzamelaanvraag op het e-loket.