Gevolgen droogte voor de agromilieumaatregelen en beheerovereenkomsten.

Door de droge weersomstandigheden van de laatste weken wordt het voor sommige landbouwers moeilijk om de voorwaarden van hun agromilieuverbintenissen en beheerovereenkomsten na te leven ; zeker als de droogte blijft aanhouden. Landbouwers hebben heel wat vragen over de mogelijke gevolgen voor de diverse steunmaatregelen. Het Departement Landbouw en Visserij en de Vlaamse Landmaatschappij verduidelijken wat ze van de landbouwers in dit verband verwachten.

 

Gevolgen voor de agromilieumaatregelen vlinderbloemigen en mechanische onkruidbestrijding

Als door de droge weersomstandigheden de teelt van de vlinderbloemigen mislukt is, of de mechanische onkruidbestrijding niet kan worden toegepast, mag de teeltcode behouden blijven in de aangifte. De bijkomende bestemming ‘VLI’ of ‘MOB’ moet echter wel in de verzamelaanvraag verwijderd worden van de betreffende percelen. Dit gebeurt zo snel mogelijk en zeker vóór een eventuele controle ter plaatse.

 

Nabegrazing van VLI-percelen is pas toegestaan na 15 augustus. Het begrazen van percelen met grasklaver is niet aan te raden gezien de vele contra-indicaties, zoals negatieve invloed van begrazing op de aanwezigheid van klavers in de erop volgende maanden. Wanneer een landbouwer toch de noodzaak heeft om zijn VLI-percelen te laten begrazen voor 15 augustus, moet ook hier in de verzamelaanvraag de bijkomende bestemming ‘VLI’ voor de betrokken percelen geschrapt worden.  Deze administratieve aanpassing gebeurt ook zo snel mogelijk en zeker vóór aanvang van de begrazing.

 

Naast de administratieve aanpassing meldt de landbouwer aan zijn buitendienst dat hij zijn verbintenisvoorwaarden niet kon naleven door de droge weersomstandigheden. Om de administratieve overlast te beperken, moet de landbouwer deze melding niet staven met een bewijs.

 

Omdat de maatregel niet werd uitgevoerd, zal ook geen premie uitbetaald worden voor deze percelen. De agromilieuverbintenis wordt wel behouden en zal niet stopgezet worden als de landbouwer meldt dat hij zijn verbintenis niet kon nakomen wegens de weersomstandigheden. Er zal voor deze gevallen ook geen sanctie worden toegekend indien, door het verwijderen van de bijkomende bestemming, de aangegeven oppervlakte kleiner zou zijn dan de verbintenisoppervlakte.

 

Als de bijkomende bestemming niet werd verwijderd uit de verzamelaanvraag en inbreuken worden vastgesteld bij een eventuele controle ter plaatse, zal de sanctieregelgeving worden toegepast.

 

Gevolgen voor de beheerovereenkomsten

Landbouwers met een lopende beheerovereenkomst werden in het voorjaar door de VLM geïnformeerd over wat ze kunnen doen als er zich problemen voordoen bij het naleven van de beheervoorwaarden, bijvoorbeeld bij de inzaai of de opkomst van gras- of bloemenstroken en faunavoedselgewassen. Deze problemen konden schriftelijk gemeld worden tot 1 juli. Landbouwers die naar aanleiding van dit persbericht vragen hebben over hun beheerovereenkomsten en het naleven van bepaalde beheervoorwaarden, kunnen steeds de VLM of hun bedrijfsplanner contacteren. De VLM kan afhankelijk van het geval uitzonderlijk een aantal afwijkingen op het voorgeschreven beheer toestaan. 

 

Voor vragen hierover kunnen landbouwers steeds terecht op www.vlaanderen.be/landbouw, bij de buitendienst van het Departement Landbouw en Visserij of bij de regionale vestigingen van VLM.

 

Deze communicatie kadert binnen het derde Vlaams programma voor Plattelandsontwikkeling 2014 – 2020 (PDPO III). Meer informatie vindt u op de volgende websites: www.vlaanderen.be/pdpo en www.ruraalnetwerk.be.