Mestbank - Vloeibare dierlijke mest, andere meststoffen en kunstmest na de oogst.

Sinds vorig jaar is de verbodsperiode voor vloeibare dierlijke mest, andere meststoffen en kunstmest na de oogst van de hoofdteelt verstrengd.

Deze verstrenging heeft voor gevolg dat na de oogst volgende bemesting met vloeibare dierlijke mest, andere meststoffen en kunstmest nog mogelijk is:
• In de zware kleigronden en/of de Polders
Na de oogst van een hoofdteelt is het verboden vloeibare dierlijke mest, kunstmest of andere meststoffen (uitgezonderd andere meststoffen met lage N-inhoud of trage N vrijstelling) op te brengen tenzij binnen de 15 dagen na de bemesting een vanggewas wordt ingezaaid of tenzij na de oogst een nateelt wordt ingezaaid of geplant.

• Op andere gronden
Na de oogst van een hoofdteelt is het verboden vloeibare dierlijke mest, kunstmest of andere meststoffen (uitgezonderd andere meststoffen met lage N-inhoud of trage N vrijstelling) op te brengen tenzij na de hoofdteelt :
• een groente van groep I, groente van groep II of groente van groep III als nateelt ingezaaid wordt;
• hetzij uiterlijk op 31 juli een nateelt ingezaaid wordt;
• hetzij na 31 juli en uiterlijk op 31 augustus een vanggewas ingezaaid wordt, de hoeveelheid vloeibare dierlijke mest of andere meststoffen is in dit geval maximaal 60 kg N/ha, voor kunstmest en effluenten maximaal 30 kg N/ha.

Een vanggewas is één van de volgende teelten: gele mosterd, bladrammenas, Facelia , Tagetes, voederkool, bladkool, festulolium, Niger, gras, Japanse haver, zomerhaver of snijrogge.

Als bijlage een stroomschema die deze verbodsregels weergeeft.

Opgelet: Vaste dierlijke mest (bvb stalmest) valt niet onder deze bepalingen.


 

Bijlage(n) :
+ bemestennadehoofdteelt-stroomschema170712.pdf